Le futur simple uitgelegd

Op deze pagina leggen we je uit wat le futur simple is, wanneer je het kunt gebruiken, hoe je het vervoegt, wat de uitzonderingen zijn én we hebben nog een gouden tip voor je om de futur simple te leren.

Wat is le futur simple?

Als je in de toekomst iets wil beschrijven, dan gebruik je de futur simple. Hieronder staan twee voorbeelden:

  • À la fin de l’année, je parlerai le russe et le chinois. Bij het einde van het jaar zal ik Russisch en Chinees praten.
  • Tu finiras tes devoirs demain ! Je zal je huiswerk morgen afmaken.

Wanneer kun je de futur simple gebruiken?

Je gebruikt le futur simple wanneer de toekomst nog een beetje hypothetisch lijkt of het gaat om de verre toekomst.

Kijk eens naar deze voorbeelden:

  • L’été prochain nous partirons en vacances en Italie. Volgende zomer zullen wij naar Italië op vakantie gaan.
  • Dans cinq ans je travaillerai au Mexique. Over vijf jaar zal ik in Mexico werken.
  • Que feras-tu après tes études? Wat zal je doen na je studie?

Hoe vervoeg je le futur simple?

In de Nederlandse taal gebruik je zal” of “zullen” + het hele werkwoord om te beschrijven wat in de toekomst gaat gebeuren

In het Frans is het net wat anders. Je pakt het hele werkwoord oftewel de infinitief van de werkwoorden in -er en in -ir. Vervolgens plak je de uitgangen van de toekomstige tijd erachter.

Gouden tip om le futur simple te leren

Om de uitgangen van de futur simple te leren, kun je denken aan het werkwoord avoir in de tegenwoordige tijd:

  • j’ai
  • tu as
  • il, elle a
  • on a
  • nous avons
  • vous avez
  • ils, elles ont

Uitzonderingen

Bij werkwoorden in -re: de -e van de infinitief vervalt.

  • écrire j’écrirai ik zal schrijven
  • vendre ils vendront ze zullen verkopen

Sommige werkwoorden zijn anders uitgevoerd. Meestal verandert de stam zelf. Hieronder staat de belangrijkste uitzonderingen:

  • être – je serai – ik zal zijn
  • avoir – j’aurai – ik zal hebben
  • savoir – je saurai – ik zal weten
  • pouvoir – je pourrai – ik zal kunnen
  • venir – je viendrai – ik zal komen
  • tenir – je tiendrai – ik zal houden
  • faire – je ferai – ik zal doen

Bekijk de uitlegvideo van onze docent Joël

Onthoud je dingen beter als iemand het je vertelt, in plaats van dat je het leest? Bekijk dan hieronder de uitlegvideo over de futur simple van onze docent Joël. We hebben meer dan 4.500 uitlegvideo’s gemaakt voor onderwerpen van de vakken Frans, Engels, wiskunde, biologie, NaSk en Nederlands.

Frans oefenen op StudyGo

Op StudyGo kan je frans oefenen met onder andere oefentoetsen, uitlegvideo’s van docenten en samenvattingen. Je kunt de futur simple en andere Franse grammatica uitgebreid oefenen op StudyGo.com. Kom je er zelf niet uit? Op ons forum worden veel vragen gesteld over de futur simple.

Andere vragen over le futur simple

In het Nederlands noemen wij de futur simple de onvoltooid toekomende tijd (OTT). Om de OTT te vormen gebruiken wij het werkwoord ‘zullen’, bijvoorbeeld: ‘Wij zullen zaterdag een feestje geven.’ De onvoltooid toekomende tijd bestaat dus uit twee werkwoorden: ‘zullen geven’.

In het Nederlands noemen wij le futur simple ook wel de onvoltooid toekomende tijd. Met deze vorm zeg je dat je iets gaan doen, bijvoorbeeld: ‘ik zal je deze wiskundesom uitleggen.’ In het Nederlands noemen wij le future proche de onvoltooid tegenwoordige tijd.