De eerste dag hybride onderwijs: Hoe was dat voor Joël, docent Frans?

Joël Willems

Het blijft schakelen, dit schooljaar. De situatie verandert om de haverklap en we proberen zo goed als het kan ons gedrag aan te passen aan de nieuwe maatregelen. Als je puber bent, kost dat nog wat extra energie. Zo voerden we als leraren al de strijd van het mondkapje opdoen tussen de lessen, introduceerden we de regels van het online klaslokaal (‘ Ja ook in deze online les graag uit bed en kleren aan’) en nu is dan het tijdperk aangebroken van leerlingen wijzen op de anderhalve meter onderlinge afstand. Want we mogen weer, al is het op 1,5 meter.

Vanmorgen stapte ik sinds weken het schoolgebouw weer binnen. Ik zette mijn mondkapje op, desinfecteerde mijn handen en bekeek mijn ‘nieuwe’ rooster eens. Voor de helft lessen online, en voor de helft weer lessen met leerlingen fysiek in het lokaal. ‘De scholen zijn weer open’ kopten de kranten vrolijk. Was dat niet wat optimistisch gekopt? ‘De scholen zijn weer opener’ was misschien beter geweest. De deur staat weer op een kier, en we kijken nieuwsgierig naar binnen, maar echt opgelucht ademhalen doen we nog niet. En ja, er zijn fantastische initiatieven, zoals theaters en bioscopen waar lessen gegeven worden, en die halen fijn het journaal. De werkelijkheid voor de meeste scholen is echter dat het schipperen is en dat het ook les betekent in een koude gymzaal, jezelf verdelen over de 2 lokalen of het hybride lesgeven waarbij de ene helft van de klas thuis zit en de ander niet. 

In de gangen zie ik leerlingen elkaar blij begroeten. Het is fijn elkaar weer te zien en om weer wat bewegingsvrijheid te hebben en vooral ook eindelijk niet meer alleen met je ouders opgescheept te zitten. De 1,5 meter afstand is nog onwennig, maar dankzij de herinneringen van de conciërge en elke langslopende docent (‘anderhaalve meeeter!’) gaat het al steeds beter. Ach ja, het is zoeken in het ‘nieuwe normaal’ na de krokusvakantie.

Het lastige is dat voor een normaal iets een tijd gewoon moet zijn. Maar met alle afwisselingen voelt niks normaal dit schooljaar. Normaal is misschien dat het normale niet lijkt te bestaan. 

Ik stap de lerarenkamer binnen. Een collega zucht: ‘Ik zag tegen vandaag meer op dan tegen de maandag na de zomervakantie.’ En nee, dat wil niet zeggen dat hij niet met enthousiasme voor de klas stond vandaag en niet blij was om de leerlingen te zien. Het is gewoon dat abnormale van dit jaar, dat maar blijft duren. Zelfs de voorjaarsvakantie -waarin het voor de ene helft van Nederland vroor en waarin de andere helft de lente vierde in de volle zon – besloot om niet mee te doen met normaal. 

Het was die zucht die me gek genoeg goed deed. Die blik van verstandhouding die we even met elkaar deelden. Gewoon omdat alles zo onzeker is en schakelen energie kost.
En dat is oké. De een schakelt sneller dan de ander. Zo zal ook de ene leerling weer sneller gewend zijn aan het naar school gaan, terwijl de ander stiekem terugverlangt naar het late opstaan dat mogelijk was door de online lessen. Voor alles schakelaars even een stevig hart onder de riem. De komende tijd zal het zoeken zijn. Naar welke werkvorm in deze situatie past, naar hoe je de motivatie kunt behouden, naar hoe je je door je klas kunt bewegen. Weet dat we allemaal zoeken en dat het een kwestie is van gewoon blijven proberen. Deel vooral ook dingen die werken met elkaar, en neem de tijd om af en toe eens met elkaar in gesprek te gaan over wat deze tijd met je doet. Soms is even delen genoeg om weer wat veerkracht te vinden. Verder heb ik wat tips op een rij gezet om wat houvast te geven aan de hybride lessen:

Tips en tools voor hybride lessen:

  • Zorg voor een vaste structuur in je lessen. Als je wisselt in online/fysiek dan blijft de structuur in ieder geval hetzelfde en is er toch iets van vastigheid voor de leerlingen en voor jezelf.  Begin bijvoorbeeld altijd even kort met de presentie en een opwarmer. 
  • Ikzelf begin sinds de online lessen met de lesdoelen en gelijk het huiswerk laten noteren. Mocht de wifi dan uitvallen dan weet een leerling in ieder geval al wat er voor de volgende les verwacht wordt.  En ik eindig de les ook weer met de leerdoelen herhalen en het huiswerk herhalen. 
  • Kader af welke tijd je beschikbaar bent voor de leerlingen thuis en wanneer voor de fysieke leerlingen. Ikzelf kies ervoor om na de centrale uitleg eerst alle leerlingen in de klas aan het werk te zetten en rond te lopen, en dat ik dan het kwartier erna beschikbaar ben voor de online leerlingen. Dan verwacht ik dat de leerlingen in de klas zelfstandig aan het werk zijn. 
  • Zorg dat heel helder is wat moet gebeuren. Dit kan door de opdracht alvast klaar te zetten, of door bijvoorbeeld aan ‘ flipping the classroom’ te doen. Met een tool zoals Screencast kun je je filmpjes opnemen die leerlingen vooraf of in de klas zelf kunnen bekijken. 
  • Veel scholen hebben inmiddels smartboards: je kunt dan je powerpoint beamen op het board en ook ‘ schrijven’  met de digitale ‘pen’ die erop zit (met je vinger te besturen). De leerlingen thuis kunnen je aantekeningen en markeringen op het bord dan ook lezen als je de powerpoint deelt. 
  • Stel je vragen aan de klas en wil je de thuiszitters ook actief betrekken? Met een tool als mentimeter.com stel je simpel een vraag en iedereen kan zo op het bord ‘schrijven’ . 
  • Wil je de leerlingen overhoren? Socrative.com is een mooie tool waarin je een quiz kan klaarzetten en ziet of de leerlingen live bezig zijn. In die tijd kun je gelijk checken wie er is. (de leerlingen in de klas kunnen de quiz op hun mobiel maken) .
  • Accepteer dat een hybride les anders loopt dan een ‘normale’ les. Het blijft immers schakelen! 
  • Uiteraard kan ik je ook aanraden om StudyGo te gebruiken voor je klas. Je kunt woorden en begrippen voor je klas als huiswerk klaarzetten en de voortgang van je leerlingen volgen.
  • Neem vooral ook de tijd om weer eens wat smalltalk aan te gaan met je leerlingen in de klas. Juist de persoonlijke aandacht hebben ze vaak gemist!

‘Dag mevrouw!’ hoor ik roepen. Daar zijn ze, mijn pubers. Tassen mee, telefoons in de hand. Druk kletsend zoeken ze hun plek. Ik heb ze laten praten de eerste vijf minuten. Over sommige maakte ik me zorgen de afgelopen weken, omdat de camera steeds ‘kapot’ was, of omdat het online antwoorden op vragen soms uren leek te duren. ‘Hoe is het met je? Heb je een goede vakantie gehad?’ ‘Jazeker, oh en mevrouw ik ben helemaal vergeten mijn woordjes te leren maar ik heb mijn opdrachten wel gemaakt.’  Ik glimlach stiekem. Sommige dingen blijven gelukkig echt normaal.

Deze blog is geschreven door Joël Willems.

Joël Willems is docent Frans op een middelbare school en daarnaast werkzaam als coach. Met theatertechnieken, speelsheid en een flinke dosis humor probeert ze het beste uit haar (online) lessen te halen. De kern van goed onderwijs zit hem volgens haar in een goed didactisch plan in combinatie met passie voor wat je doet!

Ik geef even (niet) thuis (les)

Joël Willems

Het was de afgelopen weken alsof je op een nieuwe school rondliep. Een nieuw lesrooster, met tijden die je nog niet uit je hoofd kent (wij draaien een verkort lesrooster), lokalen die je niet kan vinden (online vergaderingen), boeken die je moet zoeken (schermen op je computer die je niet gedeeld krijgt: “zien jullie mijn powerpoint nu?“). Geen wonder dat ik na de eerste weken net zo moe was als in de tijd dat ik stage liep.

Op deze nieuwe school lopen heeft ook zijn voordelen: een ander koffiezetapparaat, een groter kluisje en minder reistijd. Wel is er meer schermtijd. En de leerlingen lijken ook wel onbekend want ze hebben allemaal hun camera en microfoon uit en het lijkt moeilijk om ze actief mee te laten doen.

Toch hebben we ergens het geluk dat deze lockdown niet in september was. Inmiddels ken je je pappenheimers wel en ja hoor: gelukkig zijn daar ook de leerlingen die altijd al braaf meedoen en hun microfoon wél openzetten als je er om vraagt. En de leerling die in de klas het liefst altijd afleiding zoekt, bekent dat ie net even een opdracht voor een ander vak aan het maken was en daarom ‘het antwoord op mijn vraag even niet weet’. Een glimlach vormt zich op mijn gezicht. Gelukkig, sommige dingen blijven ook online gewoon hetzelfde.

Het mooie van nieuw zijn in een eenzelfde (digitale) school met veel collega’s is dat vragen mag. Iedereen loopt immers ‘stage’ op de nieuwe online school. De saamhorigheid tussen docenten heb ik nog nooit zo sterk gevoeld als nu. Onderling worden er druk tips uitgewisseld. Daarom ook een paar tips van mij:

Wil je meer interactie?

  1. Als je powerpoint gebruikt: maak dan eens een setje korte opdrachten op de sheets en laat leerlingen antwoorden in de chat typen. Ik heb bijvoorbeeld 2 rijtjes die ze aan elkaar moeten koppelen. Zodat je antwoorden als 1c, 2b en 3d krijgt. Op deze manier heb je veel leerlingen aan het werk. Eventueel geef je ze 2 minuten en vraag je ze te wachten met typen (zodat ze het niet van elkaar knippen en plakken).
  2. Gebruik een site als mentimeter.com voor een bord waar iedereen op kan ‘schrijven’. In de gratis versie kun je 2 interactieve vragen per presentatie maken. Ik gebruik het als starter en maak vaak een woordwolk met mijn leerlingen. Zet de code in je powerpoint, deel daarna de woordwolk op je scherm en praat erover!

Mis je het contact met je leerlingen?

  1. Doe eens een vragenrondje met een ‘interesse’ vraag, eventueel in de vreemde taal die je geeft. Ik mis nu de gesprekjes die je vaak aan het begin van de les doet. Bijvoorbeeld wat heb je gegeten gisteravond? Wanneer ben je voor het laatst buiten geweest en wat deed je toen? Wat is je grootste hobby op het moment? Kies 5 à 10 leerlingen die je de beurt geeft, laat de rest eventueel het antwoord typen in de chat en lees er een aantal voor en reageer er eventueel kort op. Het gaat erom dat de leerling zich even gezien voelt. Ik volg zelf de klassenlijst en zorg dat ik zo uiteindelijk na een paar lessen iedereen een keer gehoord heb. Heb je een hele verlegen klas of wil je dat leerlingen wat voorbereiden in een andere taal? Eventueel kun je alvast de vraag van de volgende les geven zodat leerlingen hun antwoord kunnen voorbereiden. Kost dit ‘kletsen’ dan niet veel tijd? Jazeker; dat kost tijd. Maar je hebt er wel een stukje contact voor terug, en is het ook niet zo dat je in het ‘echte’ klaslokaal soms ook simpelweg even met een leerling praat?

Heb je moeite met de veranderingen en het binnen zitten?

  1. Accepteer dat je in een ‘nieuwe’ school loopt, en dat wennen tijd kost. Pak je ‘stagiaire-stand’ weer terug: durf fouten te maken en te reflecteren (als tool kun je bijvoorbeeld de reflectiecyclus van Korthagen gebruiken).
  2. Vergeet niet om jezelf af en toe een complimentje te geven en de goede ervaringen met collega’s te delen.
  3. ‘Loop’ naar school elke ochtend: doe je jas aan, loop minimaal een blokje om, en stap zo je je ‘werk’ binnen. Idealiter loop je natuurlijk ook weer naar huis.
  4. Probeer in het weekend de computer zoveel mogelijk uit te houden, geef echt even niet thuis. Doe dit ook tijdens je pauzes.

Thuis ‘niet thuis geven’ is misschien nog wel het moeilijkst in deze tijd. Er is immers altijd wel wat te doen en leerlingen stellen nu ook buiten de lessen om vragen via de chat. Heel bewust even de computer uit en niet in de mail kijken zorgt voor de nodige rust. Net als dat je het schoolgebouw uitliep. Dag school, tot morgen!

Veel succes weer deze week!

Joël Willems geeft Frans op een Middelbare school en is daarnaast freelance docent theater en geeft onderwijsadvies. Onderwijs en het ‘leren leren’ hebben haar altijd al aangetrokken. Het beste uit mensen halen en ze de middelen geven om hun doel te bereiken, of dat nu kinderen of volwassenen zijn. De kern van goed onderwijs zit hem in een goed didactisch plan in combinatie met passie voor wat je doet.

nl_NLNederlands